De eerste stap op je tekenpad als je niet 'kunt' tekenen
3 min. leestijd

De eerste stap op je tekenpad als je niet 'kunt' tekenen

Ooit heb je getekend. Je bent lang geleden een kleuter geweest die zonder schroom en zonder angst met kleurpotloden of krijt zichzelf heeft uitgedrukt op papier. En dat was heerlijk - kun je het je nog herinneren? Dat gevoel van lekker iets maken, er een heel verhaal omheen vertellen en niet gehecht zijn aan het resultaat?


Ergens kwam de ommekeer. Het tekenen, het maken, mocht niet meer zoals jij daar zin in had. Het moest op bepaalde momenten. Het mocht als ‘de rest klaar was’.

Of het moest ergens aan voldoen, ergens op lijken. Het werd iets waar je op werd beoordeeld, in plaats dat je het mocht doen voor je eigen plezier. Mensen vonden er wat van.

En je merkte dat sommigen méér werden geprezen om hun tekeningen dan anderen.

De meesten van ons stopten toen met máken, met tekenen, met ons op een ándere manier uitdrukken op papier. Jammer hè…

Maar dat je het ooit gedaan hebt, betekent ook dat je het wéér kunt doen. Nieuwsgierig? Lees dan verder…

Als je ‘tekenen’ als een tool, een manier om jezelf uit te drukken ziet, in plaats van als een kunstvorm of iets waar je ‘talent’ voor moet hebben, dan gaat er een wereld aan mogelijkheden voor je open. Plezier. Creativiteit. Helderheid. Rust. Inzicht.

Als je tekenen als een tool ziet, dan…

…hoef je nergens aan te voldoen.

…hoef je het niet te delen, met niemand, als je dat niet wilt.

Je kunt voor jezelf experimenteren en ontdekken wat het je op kan leveren, wat het met je doet, hoe je je voelt als je er mee aan de slag gaat…

En het begint zo.

Pak een vel papier. Blanco, als het even kan. Zoek een paar stiften, kleurpotloden, markers. Zoek een plek op waar je even niet gestoord wordt. Tien minuten is genoeg (en vijf ook).

Leg het vel papier voor je neer, in de breedte. Geef jezelf toestemming om álles er op te zetten wat je wilt, waar je toe geroepen wordt. Spreek met jezelf af dat je het alleen voor jezelf doet, en het met niemand hoeft te delen…

En begin. Net als toen je 4 of 5 was. Pak een kleur en zet het op papier. Net zoals het uitkomt. Zoals je dat zelf wil. Of zoals de kleur zelf wil ;-)


Voeg er andere kleuren aan toe. Lijnen. Vormen. Vlakken.

Misschien komen er woorden in je op. Misschien niet. Misschien wil je er op schrijven. Of niet. Alles is goed.

Ga net zo lang door tot je voelt dat je ‘klaar’ bent. Pak gewoon een nieuw vel als je dat nog niet bent en je vel vol is.

Stel je oordeel uit, want het hoeft niks te worden. Het is gewoon een experiment.

Zet de luide stem van je innerlijke criticus even in de hoek (je herkent hem - of haar - aan de volgende zinnen: ‘Waar sláát dit op? Kun je niet wat nuttigers doen? Jeetje, het ziet er écht niet uit zeg... Kunnen we nu weer serieus gaan doen?’. Laat die stem gaan, die wil je alleen behoeden voor waar je bang voor bent dat anderen van jouw maaksel vinden. Zeg er ‘dank je wel, maar nu even niet. Er is niks aan de hand.’ tegen.

En ga door.

Als je ‘klaar’ bent: hoe voel je je nu? Wat is er op papier ontstaan? Voelde het als spelen? Hoe kwam dat, of waarom niet? Wat komt er nu in je op?

Die laatste stap hè, die is cruciaal… Want alleen als je merkt dat het ‘wat doet’ dat tekenen-zonder-dat-het-ergens-op-hoeft-te-lijken, dan kun je de kracht er van gaan benutten. Voor jezelf. En voor anderen. Want jezelf toestaan om weer te maken, daar begint het mee.

En de rest - zoals hoe je ooit ‘tekenen’ kunt gebruiken in je werk - kan dan volgen…

Wil je nu al starten? Check dan Starten met SchetsSchrijven >>